Een klassiek verhaal over roeien en geluk. Anton is een stil, bescheiden jongetje en enig kind van eveneens stille en bijna bangelijke mensen. Uitzonderlijk genoeg mag hij van hen op roeiles.
1939, Amsterdam, een rumoerige stad die stil is geworden door een lange, warme zomer. Dwars door de stad stroomt een trage rivier, en op die rivier dromen twee jongens dat er geen eind komt aan de beste zomer van hun leven, zolang ze samen blijven roeien. Een van de twee herinnert zich die droom nog, vijf jaar later, als de stad duister is en angstig wacht op het einde van de oorlog.
Over het water heeft inmiddels ook internationaal de status van klassieke, volmaakte roman gekregen: vertaald in 14 talen, inmiddels toe aan de 20e druk, genomineerd voor onder andere de Prix Femina étranger, de Prix Médicis étranger, de Independent Foreign Fiction Prize, de Libris Literatuurprijs, de Generale Bankliteratuurprijs, en bekroond met de Euregioprijs.