Niet eerder kreeg een journalist de mogelijkheid een Nederlandse minister-president van zo dichtbij te volgen als parlementair verslaggever Leonard Ornstein. Samen met regisseur Mattias Schut kreeg hij van Mark Rutte toestemming de laatste honderd dagen van zijn premierschap te documenteren.
Ornstein en Schut doen verslag vanuit het Torentje: ze zijn erbij als Rutte belt met Volodymyr Zelensky, net nadat een moordaanslag op het leven van de Oekraïense president is verijdeld, en als hij met de Jordaanse koning Abdullah II over het conflict in het Midden-Oosten spreekt. Ze reizen mee met de premier in het regeringsvliegtuig naar Kazachstan en zijn bij zijn allerlaatste werkbezoek, niet geheel toevallig in Groningen. Ze praten met Rutte over de aardbevingen, de toeslagenaffaire en MH17: zo blikt hij met hen terug op zijn veertienjarige premierschap. En ze volgen Rutte naar het hoofdkantoor van de NAVO in Brussel, als hij alle zeilen bijzet om secretaris-generaal te worden.
De auteurs weten door te dringen tot de binnenste kringen van het Binnenhof. Ze interviewen naaste medewerkers, politici als Emmanuel Macron, Lodewijk Asscher, Alexander Pechtold en Kasja Ollongren, criticasters als Rita Verdonk en Caroline van der Plas, en vrienden als Jort Kelder en Lodewijk Dekker. Zo ontstaat niet alleen een rijk portret van een Haagse excentrieke jongen die een handige politicus en excellente procesmanager werd met een niet aflatend optimisme, maar komt ook de ware aard van Rutte bovendrijven, inclusief zijn zwaktes als zijn merkwaardige routines en zijn opvliegende aard.
De laatste dagen is een zeldzaam inkijkje in het leven en werk van een Nederlandse minister-president.