Een man ontwaakt in het huis van vrienden die op vakantie zijn. In het gezelschap van hun kat herinnert hij zich de vorige zomer, toen er nog een vrouw bij hem was. Hij besluit haar te schrijven. Steeds uitgebreider komt de afwezige geliefde zelf aan het woord, totdat haar stem de zijne verdringt en al zijn mankementen etaleert.
Christophe Van Gerrewey (1982) schetst in zijn debuutroman met veel bravoure de praktische moeilijkheden en tegenstrijdige verlangens van de moderne liefde.