Sinds de kredietcrisis van 2008 hebben westerse regeringen alles
in het werk gesteld om hun economieën op orde te krijgen en
ze weer te laten groeien. Dat is niet of nauwelijks gelukt. De Nederlandse
economie bijvoorbeeld is per saldo gekrompen en de werkloosheid
is naar een recordhoogte gestegen. Door het beleid van de
centrale banken zijn de rentestanden tot de allerlaagste niveaus ooit
gedaald, en toch hebben bedrijven, ook in Nederland, zelden zo
weinig geïnvesteerd als nu. Gezinnen, de traditionele spaarders, zien
hun reële inkomen dalen, terwijl aan de top van het bedrijfsleven
de beloningen hoger zijn dan ooit tevoren. Tegelijkertijd heeft Nederland
een recordoverschot op zijn betalingsbalans en is de schuldenberg
van bedrijven, banken, gezinnen en overheid alleen maar groter
geworden.
Op heldere wijze beschrijft Jaap van Duijn hoe de Nederlandse economie
steeds verder van het pad af raakte en laat hij zien wat nodig is
om het evenwicht te herstellen.