De zeventienjarige Tommy groeit op in een milieu van ritselaars, raddraaiers, drinkers en bordeellopers. Nadat het huwelijk van zijn ouders op de klippen is gelopen, is zijn vader, machinist op de grote vaart, langzaamaan uit beeld verdwenen. Tommy wordt opgevoed door zijn moeder, zijn drankzuchtige oma en zijn oom Jassie, garagehouder en parttime kruimeldief.
Als Tommy na een uit de hand gelopen ruzie op school noodgedwongen moet gaan nadenken over zijn toekomst, besluit hij zijn droom na te jagen: hij wil naar Engeland. Tijdens zijn examenjaar wordt echter duidelijk dat hij de afwezigheid van zijn vader nog altijd niet verwerkt heeft. Op een drankovergoten familiebarbecue aan de vooravond van zijn vertrek rijst de vraag of zijn droom ooit uit zal komen...
Bloed is dikker dan water is een even rauwe als geestige roman over opgroeien in een familie uit de arbeidersklasse en over de vraag of je je kunt ontworstelen aan je achtergrond.