Andrea, een gevoelig en levenslustig meisje, brengt met haar vader, die door zijn vrouw verlaten is, een vakantie door in Duitsland, in de buurt van het IJzeren Gordijn.
Indrukken, ontmoetingen en gebeurtenissen worden voor Andrea, een kind nog, diepgaande levenservaringen. Ze schrijft die aan haar vriendin en bij elkaar vormen die een caleidoscopisch beeld van het menselijk bestaan.
Ze komt in aanraking met cultuur van vroeger en nu, maar ook oorlog en de gevolgen daarvan zijn tastbaar om haar heen. Christelijke beschaving en liefde blijken een hachelijke zaak. De onbevangenheid van het meisje relativeert de ernst van de volwassene; haar radicale en vaak geestige visie stelt de verschijnselen in een helder licht.
Voor Andrea wordt de vakantietocht een ontdekkingsreis die haar confronteert met essentiële aspecten van het leven en haar meer bewust maakt van menselijke kwetsbaarheid, vitaliteit en charme; van een intens verlangen ook naar stilte `die boekdelen spreekt . Van kijken word je wijs.