Het Egyptische regime wist lang de schijn op te houden. Met succes presenteerde Hosni Mubarak zich als een gematigd leider en een betrouwbare bondgenoot van het Westen in het onrustige Midden-Oosten. Het land zat economisch in de lift en het volk zou daar spoedig de vruchten van plukken. Toch kwamen de Egyptenaren in januari 2011 massaal in opstand tegen de president die al dertig jaar aan de macht was. Alexander Weissink, die correspondent was in Egypte voor NRC Handelsblad en Het Financieele Dagblad en recentelijk nog vanuit Caïro verslag deed van de protesten in het land, beschrijft vanuit eigen waarneming de opmaat naar de revolutie en de ontknoping daarvan. Niet zonder ironie schrijft hij over Mubarak, over de dubbelhartige houding van het volk en over een land dat gekenmerkt wordt door onderontwikkeling, overbevolking, wanbeleid, repressie, ontevredenheid en een groeiende populariteit van fundamentalistische stromingen. Egypte is een indringend portret heet van de naald van een afgeleefd land met een onzekere toekomst.