In ‘Geestman’ van A.H.J. Dautzenberg ontmoeten een man en een vrouw elkaar voor het eerst. De man voelt zich niet op zijn gemak en klimt in paniek uit het raam van zijn woning. Buiten ontmoet hij een vogeltje dat hem aanmoedigt in een regenplas te duiken. In de beste traditie van ‘Alice in Wonderland’ begint daar het grote vallen. Achter deze raadselachtige vertelling gaat het verhaal schuil van een schrijver die zich in een huwelijkscrisis bevindt. In zijn streven een echte man te worden, doet hij een beroep op zijn onderbewustzijn, de literatuur en zoekt hij de grenzen op van de verbeelding.
‘Geestman’ is een roman die doet wat grote literatuur moet doen: ontregelen en nieuwe inzichten bieden. Er is vervreemding en herkenning, het is tegelijk zacht en gruwelijk, als een trip waarvan je de afloop van tevoren niet kent.