'De Nachtbruid: de gedenkschriften van Vico' (1909) gaat over de gefingeerde gedenkschriften van een Italiaanse edelman en diplomaat. Het is het verhaal van zijn drie geliefden die met name vorm krijgen tegenover de ontdekkingen van de schrijver over de realiteit van het droomleven van de mens. Zo wordt één van Vicos overleden liefdes afgespiegeld door het contact met de doden in zijn dromen. In 'De Nachtbruid' weet Van Eeden indruk te maken met zijn filosofische overtuigen, zowel op lezers die wél, als op lezers die niét geloven in het belang van de droom voor het leven, de realiteit en het hiernamaals.
De Nederlander Frederik Willem van Eeden (1860 – 1932) was huisarts, daarna psychiater en tegelijkertijd schrijver. Hij is bekend van de klassiek geworden romans De kleine Johannes (1887) en Van de koele meren des doods (1900). Van Eeden was lid van de eind negentiende-eeuwse beweging De Tachtigers die zich in het tijdschrift De Nieuwe Gids afzetten tegen de retorische en moralistische ‘domineespoëzie’ die destijds erg in trek was. Zij stelde liefde en de persoonlijke, zintuigelijk ervaring centraal, die tegelijkertijd een transcendentale betekenis hadden. Hun credo was l’art pour l’art, de overtuiging dat de kunst bij uitstek een esthetische functie heeft.