Wanneer Johan Fabricius een reis door een of ander deel van de wereld gemaakt heeft, kan men er zeker van zijn dat er vroeg of laat een boek uit voortkomt. Hij weet altijd haast intuïtief tot de kern van de dingen door te dringen en zijn lezers een heldere indruk van de beschreven landen en hun bewoners te bezorgen. Zo ook de verhalen die in het Caraïbische gebied spelen. We lezen o.a. over de oude Yaya, die zich zorgen maakt over ‘de pil’ van haar dochter. Over Sjon Bomba, de geweldige, die als Simson van zijn lokken beroofd wordt.
Een van de hoogtepunten in de bundel betekent het verhaal Broer en Zuster, dat handelt over de oude Lorothee die ondanks alle uitgeoefende druk het oude familiehuis niet wil verlaten.
De moeilijkheden die zich voordoen als een Nederlands meisje met een Antilliaan trouwt en het echtpaar zich in zijn land vestigt, beschrijft Fabricius in Macambe.
Tenslotte betekent het carnaval in Grenada tegelijkertijd het einde voor een oude ongetrouwde Curaçaose; haar begrafenis vindt onder de meest bizarre omstandigheden plaats.
We kennen Fabricius vooral als romancier, maar hoe verrassend zijn ook deze verhalen, korte schetsen met een simpele intrige, soms navrant, maar steeds gloeiend van leven als de Caraïbische zon.