(0)

Proza

Livre numérique


Van Deyssel, in de aanval, in de verdediging en intiem

‘Proza’ bevat een bloemlezing uit het werk van Lodewijk van Deyssel. Soms klinkt zijn proza lovend, bijvoorbeeld als hij schrijft over Canova, de 18de-eeuwse beeldhouwer die hij mateloos bewondert, of als hij zijn hoed afneemt voor de schilder Matthijs Maris. Maar veel vaker horen we hier de cassante, sarcastische Van Deyssel, die door meer dan één schrijver gevreesd werd. Zo reageert hij sarcastisch op de mensen die zijn naturalistische romans maar vies vonden (‘Zedelijkheids-causerietje’) en veegt hij de vloer aan met schrijvers van realistische literatuur: bij het lezen ervan hield hij zijn hand aan zijn mond ‘omdat ik bang was mijn kaak te ontwrichten van ’t lachen’ (‘De ooievaar’). ‘Proza’ bevat ook autobiografische fictie, zoals ‘Uit het leven van Frank Rozelaar’ (over de schrijver zelf) en ‘Vaders dood’ (over de moeizame relatie met zijn aanbeden vader).

Lodewijk van Deyssel (pseudoniem van Karel Joan Lodewijk Alberdingk Thijm, 1964-1952) was een Nederlandse schrijver en criticus. Hij raakte bekend met de schandaalroman "Een liefde" en bleef onder de aandacht met zijn zogenaamde scheldkritieken, waarin hij zijn collega-schrijvers de maat nam. Hij was vertegenwoordiger van de Tachtigers, de schrijvers die de Nederlandse literatuur wilden vernieuwen door er impressionisme en naturalisme aan toe te voegen. Willem Frederik Hermans prees Van Deyssels autobiografische werk, vooral "Het ik. Heroïsch-individualistische dagboekbladen".