In De blokkade onderzoekt Renate Dorrestein op nietsontziende wijze oorzaken en gevolgen van een writer's block. Na haar lovend ontvangen roman De stiefmoeder is ze al een eind op weg met haar volgende boek, wanneer het misgaat: 'De feiten zijn simpel. Ik, die altijd zo graag schreef, ben iemand geworden die kostmisselijk wordt bij alleen al de gedachte aan een nieuwe roman [...] Nu ik ontdaan ben van wat altijd mijn bestemming leek, is het haast alsof mijn huid me is afgestroopt.'
Overmand door een gevoel van liefdesverdriet gooit ze een half jaar werk in de prullenbak. Ze licht haar uitgever in dat er geen nieuwe roman gaat komen en besluit haar creatieve blokkade in de ogen te kijken. Een jaar lang wijdt ze zich aan niets anders. Ze ontdekt dat beroemdheden als Hemingway, Nijhoff, Vonnegut, Rachmaninov en Da Vinci er ook mee kampten, maar dat gegeven biedt weinig troost. Want wat houdt een blokkade precies in? En nog belangrijker: hoe kom je ervan af? Ze gaat te rade bij collega-schrijvers (die er liever niet over spreken), een hersenwetenschapper, een psycholoog en een filosoof. In De blokkade doet ze verslag van haar zoektocht, waarmee ze lezers een intieme blik gunt op het ambacht, de angsten én het grote geluk van het schrijverschap.