De censuur is terug. Sinds de aanslagen op Theo van Gogh en Charlie Hebdo is er geen cabaretier meer die een grap durft te maken over de profeet Mohammed, omdat iedereen weet dat er altijd wel een labiele geest rondloopt die martelaarschap verwart met rechtvaardigheid. Daarnaast voelen steeds meer mensen zich gediscrimineerd of gekwetst en eisen zij het recht op niet geridiculiseerd te worden. Zo wordt humor langzaam maar zeker naar de randen van de samenleving geduwd.
Satire en haar instrument humor moeten gevrijwaard worden van elke vorm van censuur, schrijft Arthur Umbgrove in zijn vlammende en bevlogen pamflet, want vrijheid schept humor en humor schept vrijheid.