Een indrukwekkend verhaal over geloof, hoop
en liefde onder de tirannie van het Duitse Rijk.
De jonge Frits van Zanten, chirurg in opleiding,
is dokter in hart en nieren. Hij is de
jongste uit een warm doktersgezin op de
Veluwe. Zijn zus Francien werkt als verpleegster
en zijn broer eo is piloot.
Als de oorlog uitbreekt, legt de Duitse
bezetter zijn regels op, ook aan artsen en
verpleegsters. Zij komen voor de keus te
staan: meewerken of kiezen voor de rechteloze
Joden en andere onderduikers en daarmee
hun eigen leven op het spel zetten.
De drie dokterskinderen twijfelen niet. Wat hun ouders hun in de opvoeding
meegegeven hebben, ligt diep in hen verankerd: je naaste liefhebben,
ongeacht wie dat is, en God boven alles.
Voor hen alle drie breekt een tijd vol dreiging en onzekerheid aan. Steeds
vaker dringt zich de vraag op: zullen ze allen de strijd tegen het onrecht
overleven?
De oorlog vraagt het uiterste van de familie Van Zanten, maar wat blij
is: geloof, hoop en liefde.