Al wat Ik heel mijn leven heb verzwegen,
Verlangen zonder vorm en zonder naam,
Is nu geworden tot een warme regen
Buiten een zilvren raam
Sarah Portenet is de laatste weken voor haar dood omringd door vrienden. Elk van die vrienden reageert verschillend op haar naderende dood. Sanne, de jeugdvriendin die haar tot het laatst toe verzorgt, merkt dat niet alleen stervensbegeleiding nodig is, maar ook - en vooral - levensbegeleiding voor de achterblijvers. Aya Zikken koos bovenstaande dichtregels van J.C. Bloem als motto voor een gevoelige en heel menselijke roman.