Van zestiende-eeuwse prinsen tot marxistische guerrilla’s, al eeuwenlang strijden Koerden voor onafhankelijkheid. Hun onderlinge verdeeldheid en hun geografische ligging speelt hen daarbij parten. De circa 30 miljoen Koerden wonen in het hart van het Midden-Oosten, de meest turbulente regio ter wereld. Toch is er sinds een tijdje sprake van iets dat je ‘het Koerdische moment’ zou kunnen noemen. Iraakse Koerden verwierven autonomie en in noordoost Syrië startten ze een politiek experiment : de Rojava Revolutie. In Turkije behaalde een pro-Koerdische partij de kiesdrempel. Zal het moment voortduren? In deze longread voert Marijn Kruk de lezer mee door wat de avonturenschrijver Karl May ooit al het ‘Woeste Koerdistan’ noemde. Van het arme zuidoosten van Turkije, het rijke Erbil tot de frontlinies met Islamitische Staat.
Marijn Kruk (Leiden, 1971) versloeg de revolutie in Tunesië, de oorlog in Libië en de interventie in Mali. Daarvoor was hij correspondent in Parijs, waar hij schreef voor de dagbladen Trouw en NRC Handelsblad en weekblad De Groene Amsterdammer. Hij studeerde geschiedenis in Utrecht en politieke filosofie aan de École des hautes études en sciences sociales te Parijs. Hij is auteur van o.a. ‘Parijs denkt’, een schets van het Franse intellectuele debat. Per 1 november 2015 heeft hij als standplaats Istanbul van waar hij verslag doet van ontwikkelingen in de regio.