Felix Wonder is een klein uitgevallen jongen. Kort na de laatste wereldoorlog woont hij in Amsterdam met zijn ouders in een onbewoonbaar verklaard huis. Zijn vader is jongleur en bijna nooit thuis, zijn moeder speelt 's avonds vaak op een oude piano of luistert naar een sprookje dat Felix haar voorleest. Iedere woensdagmiddag komt zijn nichtje Veertje bij hem op bezoek. Ze lezen of ze dammen en zeggen bijna niets tegen elkaar.
Op een dag gaan Felix' vader en moeder op reis naar Amerika. Felix wordt ondergebracht in kinderhuis Vreugdevol. Daar wacht hem de ene ongename verrassing na de andere. Hij mist Veertje verschrikkelijk. Zal hij haar ooit nog terugzien?