Op het kerkhof in de Kolonie van Merksplas, in de Kempen, zijn sinds halfweg de negentiende eeuw duizenden landlopers begraven, bijna altijd naamloos. De witte kruisjes dragen enkel een nummer. Niemand had de overleden landlopers gemist. Maar nu gaan almaar vaker kleinkinderen of neven of nichten op zoek naar de grootvader of oom wiens naam in de familie taboe was, die nooit had bestaan, over wie nooit werd gesproken. Landlopersblues begint wanneer kleindochter Anita na lang zoeken het graf van haar grootvader Pol Vervoort ontdekt op het landloperskerkhof. En zich afvraagt waarom hij indertijd vrouw en kinderen in de steek heeft gelaten.