Depestel-Martynowski schetst het harde dagelijkse leven onder het communisme in Polen. Tegelijk houdt ze de lezer in de ban met haar autobiografisch geïnspireerde speurtocht.
In volle Koude Oorlog waagde Veerle Frion zich achter het IJzeren Gordijn, waar de Europese wegenkaarten eindigden. Polen heette toen nog voluit Polska Rzeczpospolita Ludowa - in mensentaal: Poolse Volksrepubliek - en was terra incognita. Het is de tijd van de Poolse paus en Lech Walesa, van Solidarność en perestroika.
In Polen gaat Veerle op zoek naar sporen van haar grootvader, Etienne. 'Omgekomen in Stalag VIIIc' als krijgsgevangene van de Duitsers, zo wist ze van haar grootmoeder. Daar waren Etienne en z'n broer Marcel beland tijdens de oorlog. Enkel Marcel keerde terug naar huis. De brieven die hij vanuit gevangenschap schreef aan zijn 'liefste Clara' werpen een nieuw licht op de familiegeschiedenis.
Depestel-Martynowski schetst het harde dagelijkse leven onder het communisme in een Polen dat weinigen in de Lage Landen ooit gekend hebben. Tegelijk houdt ze de lezer in de ban met haar autobiografisch geïnspireerde speurtocht.