"Je werkt van 's morgens vroeg tot 's avonds laat voor deze kinderen. Als er een ziek is, slaap je niet. Je moet doorgaan. Ze hebben niemand anders. Op goede dagen geeft dat intense voldoening. Je bouwt aan hun toekomst. Op mindere dagen wint de angst: waar doe ik het Godv... , sorry, in Godsnaam allemaal voor? "
Eind jaren zestig. Pater Prefect leidt een weeshuis en neemt de vondeling Luck in huis. Het jongetje groeit op in de bijzondere leefwereld die de Prefect heeft gecreëerd, maar voor de Prefect zelf wordt het steeds moeilijker werken. Hij voelt de hete adem van de seculiere kinderbescherming in zijn nek. De regelgeving verstikt. Weet de Prefect stand te houden en welke bijzondere rol speelt Luck daarbij?