Donkere schimmen schuifelen door het bos. Over smalle paadjes en bemoste stroken langs de beek zoeken de mensen hun weg. Deze avond is Anh blij dat het mistig is. Net mistig genoeg om ongezien naar de kerk in het bos te kunnen gaan.
'Wees voorzichtig, Anh', waarschuwde vader nog. 'Loop rustig door en praat niet. Je weet dat het ons verboden is bij elkaar te komen.'
Anh is dolblij als ze van de regering de kans krijgt om naar school te gaan. Ze wil juf worden en de kinderen van haar dorp over Jezus vertellen.
Op de school in de stad komt ze in een speciale klas voor uitblinkers. Graag wil ze zich inzetten voor haar land, maar dat kan Anh alleen als ze God dient. Op een dag praat ze vrijuit over haar geloof. Haar leraar vindt dit heel fout en wil haar van school sturen. Wat is Anh blij als ze hoort dat ze toch mag blijven! Maar dan komt ze erachter dat de regering heel andere plannen met haar heeft. Ze begrijpt er niets meer van. Welk spel wordt er met haar gespeeld?