Na de dood van zijn moeder keert Erik terug naar het dorp van zijn jeugd. Toen hij achttien jaar was, is hij de boerderij waar hij opgroeide ontvlucht.
Na de dood van zijn moeder keert Erik terug naar het dorp van zijn jeugd. Toen hij achttien jaar was, is hij de boerderij waar hij opgroeide ontvlucht.
Doodsbang liet hij alles achter. Nu is hij terug om de demonen uit zijn jeugd onder ogen te komen; niet alleen zijn familie en vrienden die hij jarenlang niet heeft gesproken, maar vooral de onzichtbare kracht die aan de boerderij is geworteld en hem jarenlang martelde.
Huist deze demonische kracht er nog altijd? Of was het een kinderfantasie?
Erik komt erachter dat iedereen met littekens rondloopt, maar dat die van hem waarschijnlijk het grootst zijn.