De kindertijd is de beste tijd om tot geloof te komen.
Maar hoe kunnen we met onze kinderen spreken over de
diepe waarheden van het christelijk geloof zonder die te
versimpelen? Hoe weten we dat we niet over hun hoofd
heen praten, maar hun hart bereiken? Kunnen we voorkomen
dat kinderen het geloof ervaren als een woordenbrij
die niets met het echte leven te maken heeft? Hoe
deden opvoeders in de Bijbel dit?
Dit boek biedt ouders, ambtsdragers, kinderwerkers en
leerkrachten een praktische handreiking om met kinderen
te zingen, bidden en spreken over God in taal die zij
begrijpen.