De hoofdfiguren in de poëzie van Victor Schiferli vinden zichzelf terug in een wereld die zich keer op keer niet met de geest laat verenigen: een pizzakoerier die voor het raam staat zonder zijn helm af te doen, straten die bevolkt worden door regulerende bordjes, een vergadering waar het gezelschap in vervreemding uit elkaar gaat. Betekenissen verdubbelen of struikelen over elkaar heen, in de meest eenvoudige woorden schuilt tegenspraak, maar één gegeven blijft overeind: `De tijd verbrandt in beelden / die ons de verbeelding / van het verleden ontzeggen.