“Er zijn soms van die dingen … een gevoel van naderend onheil. Ik kan mijn vinger er niet op leggen, maar dat het met jou te maken heeft, is bijna zeker.”
Hertogsdochter Genoveva van Brabant weet niet hoe ze met de sombere voorgevoelens van haar moeder om moet gaan. Ze wordt er een beetje bang van. Alles gaat toch prima? Er is geen vuiltje aan de lucht. Ze geniet met volle teugen van haar leven als adellijk meisje en is God dankbaar dat ze niet als arme tobberd geboren is.
Op een dag maakt ze kennis met graaf Siegfried, die haar vader van de dood redde in de strijd tegen de Saksen. Ze wordt op slag verliefd, en hij op haar.
Na hun huwelijk trekt zij met hem mee naar de zijn vesting op de zwarte rotsen bij de Moezel. Ze leven als in een sprookje totdat Siegfried opgeroepen wordt om te vechten tegen de Saracenen, die het Frankische Rijk aangevallen hebben.
Siegfried legt het bestuur van zijn burg en toebehoren in handen van Golo, zijn allerbeste vriend. Maar Genoveva heeft zo haar twijfels. Is deze man wel te vertrouwen? Wanneer ze klachten krijgt over zijn beleid, besluit ze hem hierop aan te spreken. Tot haar grote schrik probeert hij haar echter te verleiden. Ze weigert op zijn avances in te gaan met alle consequenties van dien …
Aritha Vermeulen (1967) is ervan overtuigd dat geschiedenis niet saai is, maar uiterst boeiend en avontuurlijk. Haar belangstelling voor het middeleeuwse volksverhaal Genoveva van Brabant resulteerde in een prachtige bewerking van dit verhaal.