'Wat goed is, stijgt boven de etiketten uit,' schreef De Morgen over Het moest maar eens gaan sneeuwen , het overrompelende poëziedebuut van Tjitske Jansen waarin ze als met de ogen van een kind keek naar haar ervaringen in heden en verleden. In Koerikoeloem , bekroond met de Anna Bijns Prijs, beschreef ze haar persoonlijke geschiedenis in sprookjesachtige observaties.
Ook haar nieuwe boek, Voor altijd voor het laatst , heeft een persoonlijke inslag - maar voor het eerst drukt Tjitske Jansen zich uit in proza. Met scherpe blik en een even ontroerend als ontluisterend oog voor detail schetst ze een jeugd waarin grote keuzes gemaakt moeten worden. De opgroeiende vrouw die ze portretteert, schaaft soms haar huid aan de werkelijkheid, waarin ze tastend maar kordaat haar weg zoekt.