Hij schuwt het engagement niet, de wereld niet en de liefde nog minder. Maar voor Max Greyson telt in de allereerste plaats dat zijn gedichten gemaakt zijn van taal. Zijn poëzie is een hartstochtelijk onderzoek naar klank en ritme met als doel een ongenadige stem te vinden die alles en iedereen (ook zichzelf) op de proef stelt. Deze bundel speelt zich af in een stad waar de waanzin van het alledaagse en het bijzondere elkaar verhevigen, en waar de liefde, telkens wanneer ze het gevaar loopt om gegrepen of begrepen te worden, van gedaante verandert.
'Hij is een echte dichter, virtuoos en talig.' - Ilja Leonard Pfeijffer