Marit Törnqvist (1964) verhuisde op vijfjarige leeftijd vanuit Zweden naar Nederland. Nu woont ze met haar man en twee dochters midden in Amsterdam, maar net als vroeger brengt ze de winter- en zomervakanties door in zuid-Zweden. Daardoor is ze heel vertrouwd met de wereld die Astrid Lindgren beschrijft.

Het is misschien geen toeval dat ze op haar drieëntwintigste, na een opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, debuteerde met een boek voor juist deze schrijfster. Al snel volgden vier andere prentenboeken voor Astrid Lindgren. In 1994 reageerde Marit positief op het verzoek om in het kindercultuurhuis Junibacken in Stockholm een driedimensionale reis door het werk van Astrid Lindgren te ontwerpen. Zeventig decorbouwers bouwden onder haar leiding een decor op dat elk jaar nog door vierhonderdduizend bezoekers wordt bewonderd.

In 1995 verscheen haar eerste zelfgeschreven boek, Klein verhaal over liefde, dat met een Zilveren Griffel bekroond werd. Bijna 10 jaar later volgden Bellen blazen in Burundi en Wat niemand had verwacht. Marit heeft ook een twintigtal boeken van andere Nederlandse schrijvers geïllustreerd. Ze werkte samen met o.a. haar moeder Rita Törnqvist-Verschuur, Annie Makkink (Helden op sokken) en Hans en Monique Hagen (Jij bent de liefste) Sjoerd Kuyper (Ik blijf altijd bij je) en Toon Tellegen (Pikkuhenki). Voor dit laatste boek ontving ze het Gouden Penseel 2006. Van de dichtbundel Jij bent de liefste zijn ruim 250.000 exemplaren verkocht. Marit Törnqvist is als illustrator genomineerd voor de ALMA-prijs 2010.