P.H. Ritter jr. eindigt Lusten en lasten der redeneerkunst met de woorden:
`Het lijkt wel of de mensheid, naarmate ze simpeler wordt in haar levensgebruiken, en technischer in haar verkeer, al haar omslachtigheden doet wreken in een ongekende lust tot redevoeringen. Aan alle kanten verdrinken wij in de congressen en vergaderingen, en de moed tot spreken klimt met het welgevallen der conventionele onderscheidingen. De redeneerkunst is het romantisch atavisme, dat welig tiert in een periode die streeft naar de innerlijkheid en naar de daad. Zal zij nog lang bestaan? Het lijkt er wel op. Er is nu al een man die zes uur aan een stuk kan staan te praten, en het record zal wel spoedig worden geslagen. Laat men maar spreken, ik ben de getrouwe luisteraar onder alle denkbare katheders. Want het is goed te luisteren, wanneer men is uitgeput door de lusten en lasten der redeneerkunst!