In âDe kleine Huizingaâ gaat Willem Otterspeer na wat historicus Johan Huizinga (ÂŹ1872-1945) tot een echte schrijver maakt, waarom âHerfsttij der Middeleeuwenâ zoân fascinerend boek is en waarom het raadsel van Huizinga tegelijk het raadsel van het lezen en het leven is.
Johan Huizinga (ÂŹ1872-1945) is zonder concurrentie de beroemdste Nederlandse historicus. Hij is tegelijk onnavolgbaar en vaak niet goed begrepen. Er is ook niet zo gemakkelijk samenhang in zijn werk te ontdekken. Zijn bekendste boeken, âHerfsttij der Middeleeuwenâ (ÂŹ1919), âErasmusâ (ÂŹ1924), âIn de schaduwen van morgenâ (ÂŹ1935) en âHomo ludensâ (ÂŹ1938) laten achtereenvolgens een historicus, een biograaf, een cultuurcriticus en een antropoloog aan het woord.
Toch is die samenhang er wel, en misschien is die wel groter dan bij welke andere historicus ook. Maar om die te ontdekken moet men Huizinga niet als historicus lezen maar als schrijver. Zijn schrijverschap maakte dat hij onze enige reĂŤle kanshebber op de Nobelprijs was en dat hij nog steeds gelezen wordt.