Na Duizendjarig dolen en Het maansteenrif begeleidt F.L. Bastet ons op nieuwe wandelingen door de antieke wereld, Naar paleizen uit het slik. Het accent ligt ditmaal enigszins op Griekenland en Turkije. Enkele mooie vondsten van de laatste jaren passeren de revue, zoals de grafsteen van Eupheros en de in zee ontdekte Griekse beelden van Riace.
Nederlandse reizigers die in de achttiende en negentiende eeuw Turkije bezochten en daarna hun ervaringen hebben gepubliceerd, zijn er niet veel geweest. Die weinigen verdienen het alleen daarom al onttrokken te worden aan te grote vergetelheid. Zo maken wij kennis met Antoine baron van Dedem en de dichter Jan van s Gravenweert.
Hoe Engelse edellieden vroeger hun verzamelingen aanlegden is bekend. Maar dat hun nazaten rustig kunstschatten lieten verdwijnen die later uit een bouwput in Londen tevoorschijn konden komen is toch ongewoon te noemen, vooral wanneer Antonie van Dijck een van die kunstwerken nog geschilderd blijkt te hebben.
Een bijna huiveringwekkend hoofdstuk is dat over spectaculaire vervalsingen. Geleerden van naam zijn hopeloos gecompromitteerd geraakt bij affaires die de kwestie-Van Meegeren nabij komen, maar minder publiciteit hebben gekregen.