In de bundel Voortgangsverslag komt een dichter aan het woord die de blinde ambitie van de jeugd al even achterzich heeft gelaten: 'Arme jeugd. / Al die toekomst.' Voor hem geen Sturmund-Drang meer die kwelt. Hij heeft, zo berekent hij, misschien nog tienduizend morgens voor zich, en gebruikt dus nu al zijn laatste blok aluin. Ook op het gebied van zijn genoegens heeft hij zijn eisen bijgesteld. De liefde hoeft niet meer te wezen wat ze was, en de mooiste muziek is die geworden waarbij je afwassen kan. Ondertussen heeft zijn waarnemingsvermogen niets aan scherpte ingeboet. Bijvoorbeeld wanneer hij naar dieren kijkt, zoals de mus met zijn 'vlerkerig, scheef kopje / even huiselijk als schichtig', of de eend die alles kan maar niets goed: 'haar zwemmen is met heel het vette lijf / in 't water maar wat wapperen met de poten / er onder, en het beste ervan hopen'. Tot het jeugdige gevoel toch nog een keer de kop opsteekt. Dan springt de dichter razend snel op zijn fiets, en weg is hij: 'het zeegat uit'.
Ouderen zijn het gelukkigst : en alle andere gedichten van 1971 tot nu
Anton Korteweg
bookVoortgangsverslag : gedichten
Anton Korteweg
bookMet flinke pas
Anton Korteweg
bookOuderen zijn het gelukkigst : en alle andere gedichten van 1971 tot nu
Anton Korteweg
bookVoor mannen is t niet erg
Anton Korteweg
bookHet leven deugt. Althans op onderdelen
Anton Korteweg
bookAl fluitend
Anton Korteweg
bookWaar ik nooit goed in was steeds slechter kunnen
Anton Korteweg
bookEnfin
Anton Korteweg
book