(4)

Blijf niet omzien

E-book


‘Mijn moeder en zusje komen deze week ook nog kijken.

Mijn moeder heeft wel geholpen met verven en behangen,

maar de kamer nog niet ingericht gezien. Ik ben er zó blij

mee! Het is echt leuk geworden.’

‘Fijn dat je moeder komt. Heb je … en je vader, Liselot?’

Er valt een stilte.

‘Ik heb geen vader meer!’ snauwt ze dan.

Een nieuwe baan, een nieuwe toekomst! Dat is waar

Liselot naar uitziet. Ze is blij dat ze het ouderlijk huis

op de Veluwe met alle herinneringen kan verlaten. Een gezellige

kamer in een voornaam grachtenpand in de stad – ze

ziet het helemaal zitten.

Maar juist de onbekende stad, de nog onbekende kerk en

haar nieuwe werk confronteren haar met het verleden.

Krampachtig probeert ze de herinneringen buiten te sluiten,

maar dat heeft een prijs. De mensen die om haar geven,

probeert ze zoveel mogelijk te ontlopen. Zelfs die sympathieke

jongen, die met zijn prachtige ogen doordringt tot

haar hart, houdt ze op afstand. Eenzaamheid blijft over.

Uiteindelijk begrijpt Liselot dat ze het verleden pas achter

zich kan laten als ze het onder ogen ziet en ze zowel God

als mensen toelaat tot haar hart.