Het Rotterdamse fenomeen Cornelis Bastiaan Vaandrager beleefde zijn hoogtijdagen in de jaren zestig. Zijn poëzie werd geprezen, hij was lid van de redactie van het avantgardistische literaire tijdschrift Gard Sivik, hij vormde een Nieuwe Stijl-bende van vier met Armando, Hans Sleutelaar en Hans Verhagen, zijn prozadebuut Leve Joop Massaker werd vergeleken met Gerard Reve's Werther Nieland en hij was met zijn leren broek en strakke pakken een opvallende verschijning in de stad. In de jaren zeventig begon de neergang van Vaan, maar ook toen bleef zijn - niet heel grote, wel immer bijzondere - output van hoog niveau. In 1981 werd hem de Anna Blaman Prijs toegekend. Hij publiceerde voor zijn dood in 1992 nog twee collageromans die hun tijd ver vooruit waren, en een aantal dichtbundels. Hoogtepunt in het oeuvre van Vaandrager zijn de verhalen, waartoe ook de novelle Leve Joop Massaker gerekend kan worden.