Voor de bestudering van gedragsevolutie zijn we aangewezen op eigentijdse experimenten en vergelijkingen met dieren. Op basis van de neodarwinistische evolutietheorie kan aangetoond worden hoe het gedrag van mens en dier zich ontwikkelt als gevolg van de strijd om het bestaan en de overleving van de geschiktste. Door het grote voortplantingsvermogen en de beperkte draagkracht van het milieu ontstaat er concurrentie. De verschillen in eigenschappen zijn erfelijk en daardoor ontstaat er een natuurlijke selectie van "betere" eigenschappen. Jan van Hooff schetst de indrukwekkende evolutie van gedrag aan de hand van enkele tot de verbeelding sprekende onderwerpen, zoals dominantie en leiderschap, het oud worden, de lach en de evolutionaire symbiose tussen mens en dier.
Inhoud
College 1. Evolutionaire symbiose
H1. Ontwolfd
H2. Vermenst
H3. Domesticatie
College 2. Evolutie van de lach
H4. Wat is lachen?
H5. Kunnen dieren lachen?
College 3. Evolutie van het oud worden
H6. Er tussenuit knijpen
H7. Overleving van de geschiktste
H8. Grootmoederhypothese
H9. Matriarchale en patriarchale leefsystemen
College 4. De evolutionaire ecologie van dominantie en leiderschap
H10. De eigenschappen van leiderschap
H11. Dominantie en hiërarchie, altruïsme en samenwerking
H12. Coöperatie, coalitievorming en lange termijn relaties