Op een dag in mei 2015 reist de 69-jarige Ivo Brandani ziek van Caïro terug naar Rome. In Egypte heeft hij in het diepste geheim gewerkt aan een opdracht van een multinational: het koraalrif in de Rode Zee, dat door vervuiling en uitputting aan het afsterven is, vervangen door een rif van synthetisch materiaal. Op zijn terugreis trekt zijn leven aan zijn koortsige geestesoog voorbij: de decadentie van de jaren 2000, de hypocrisie van de jaren negentig, en verder terug in de tijd de studentenprotesten in de jaren zestig, de ontdekking van liefde en seks, de harde jaren van zijn kindertijd onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog. Wanneer hij de balans opmaakt, moet hij gedesillusioneerd constateren dat in die bijna zeventig jaar van vrede Europa volop kansen heeft gehad om de wereld een betere plaats te maken, maar dat er niets van terecht is gekomen. En de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij hem, en mensen als hij. Zij waren onverschilligen, conformisten, zij kozen de makkelijkste weg. Messcherp en genadeloos vertelt deze roman het verhaal van een land, van het westerse continent, van ons. Het is het verhaal van de middenklasse met haar zwaktes en ambities, haar enthousiasme en verveling, haar goede bedoelingen en gemakzucht, het verhaal van wat we ooit wilden en wat we uiteindelijk zijn geworden.