Howard Phillips of H.P. Lovecraft (1890–1937) was een Amerikaanse fantasy- en horrorschrijver. Hij staat erom bekend dat hij zijn horrorverhalen in een sciencefictionachtig kader plaatste. Tijdens zijn leven werd hij niet veel gelezen, maar zijn werk bleek zeer invloedrijk bij schrijvers en fans van horrorverhalen. Veel van Lovecrafts werk is geïnspireerd door zijn eigen nachtmerries.
De vader van Lovecraft, Winfield Scott Lovecraft, was handelsreiziger. Zijn moeder was Sarah Susan Phillips. Zijn vader werd, toen Lovecraft drie jaar oud was, gedurende 5 jaar in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen, waarschijnlijk had hij syfilis.
Lovecraft werd opgevoed door zijn moeder, die overleed in 1921, door twee tantes en door zijn grootvader Whipple Van Buren Phillips, die hem aanmoedigde veel te lezen en die hem ook griezelverhalen vertelde.
Ondanks zijn pogingen om veel te schrijven, leefde Lovecraft zeer armoedig. In 1936 bleek hij darmkanker te hebben, maar hij leed ook aan ondervoeding, tot zijn overlijden in 1937.
De verhalen van Lovecraft spelen zich (gedeeltelijk) af in New England, meer bepaald in Rhode Island en Massachusetts. In zijn werk is de alledaagse werkelijkheid slechts een dunne schil om een diepere werkelijkheid waarin de wereld bestierd en bedreigd wordt door een pantheon van gruwelijke goden. Een van de bekendere van deze wezens is Cthulhu. Deze diepere werkelijkheid is in zijn verhalen slechts bekend door weinigen en vooral door psychisch gestoorden.
Zijn werk snijdt ook meerdere thema's aan, die een psychologische angst oproepen en die een nihilistische karakter blijken te bezitten. Een van die thema's is vooral het centrale thema die maar al te pijnlijk de nietigheid van de mens aantoont. De decadante westerse samenleving komt vaak ook oog in oog te staan, met barbaarse en niet-menselijke invloeden, waarop de nietigheid van mens zich weer laat blijken. De Ouden zoals Cthulhu, werken dan ook op een hogere orde dan de mens, en ook al lijkt hetgeen Cthulhu doet het kwade.
Lovecrafts verhalen bevatten veelvuldige verwijzingen naar niet-bestaande bronnen, met name het zgn. Necronomicon. Dit werk van de "gestoorde Arabier" Abdul Alhazred zou geschreven zijn in Damascus rond het jaar 730 en bevat allerhande kennis over vergeten plaatsen, goden en gebeurtenissen. Het Necronomicon was een krachtig en bijzonder goed uitgewerkt hulpmiddel in zijn boeken, waardoor de Goden of de Oude geïntroduceerd konden worden, zonder dat het verhaal tot een te snel einde zou komen.