Het is 2020 en in een tijd die turbulenter is dan iemand zich ooit had kunnen voorstellen, probeert een vrouw een boek te schrijven over profetie in de Griekse oudheid. Terwijl ze worstelt met de steeds knellender greep van een lockdown, een huwelijk dat in crisis verkeert en een tienjarige zoon die steeds verder lijkt af te drijven, raakt ze geobsedeerd door onze vele vormen van divinatie: door orakels, tarotkaarten en theeblaadjes, en de vragen die we ons altijd al hebben gesteld terwijl we scrollen en klikken en ons met alle macht verzetten tegen ons lot. Daarbij ontgaat haar dat de toekomst haar eigen huis binnendringt. Want ondanks onze beste bedoelingen – de offers en onze dealtjes met de goden – kunnen tijd, zekerheid en soms ook degenen van wie we houden, ons nog steeds ontglippen...
Intelligent en onheilspellend, hilarisch en vlijmscherp, Delphi is niet zomaar een momentopname maar een tijdcapsule, die op behendige wijze verleden en heden vastlegt en laat zien hoe we maar doorgaan in een wereld die steeds onzekerder en absurder wordt.