Marten Toonder
Marten Toonder (1912-2005) maakte voor het eerst kennis met stripverhalen op zijn zesde jaar, toen zijn vader, gezagvoerder ter koopvaardij, enkele Amerikaanse kranten meebracht. Na het behalen van zijn eindexamen in 1931 reisde Toonder per boot naar Zuid-Amerika. In Buenos Aires leerde hij het werk van de tekenaar Dante Quinterno kennen. Deze vroegere medewerker van Walt Disney gaf een schriftelijke tekencursus uit; van hem leerde Toonder de grondslagen van de tekenfilm- en stripanatomie, waarna hij besloot striptekenaar te worden.
Terug in Nederland trad Toonder als illustrator in dienst bij drukkerij/uitgeverij in Leiden. Na verscheidene pogingen strips te maken voor kranten, kwam in 1941 zijn eerste kans toen hij gevraagd werd een dagelijkse strip te leveren aan De Telegraaf. De toenmalige redacteur wilde onderschriften bij de tekeningen (in plaats van balloons, die leesluiheid in de hand zouden werken) en Toonder verzorgde illustraties en teksten voor zijn nieuwe strip, Tom Poes. Toonder stopte in 1944 maar zette het verhaal voort in de Volkskrant en later NRC Handelsblad. Tot 1986 bleef hij nieuwe afleveringen maken: een totaal van 177 verhalen, die 11.768 dagafleveringen bestreken. De strip werd daarmee een van de langstlopende strips van de hand van één en dezelfde auteur.
Het succes van Tom Poes leidde tot verscheidene andere producties zoals toneelstukken, balletten, composities, films en een grote variëteit aan commerciële artikelen. Om deze te kunnen verwezenlijken zette Toonder de studio voort, die hij in de oorlog had opgericht. In de naoorlogse jaren groeide die uit tot een van Europa's grootste tekenstudio's. Zakelijke activiteiten dreigden zijn creatieve werk steeds meer te verdringen, zodat hij in 1965 besloot om naar Ierland te verhuizen om zich daar aan zijn strip te wijden. Naast Tom Poes ontwierp hij ook andere strips, schreef hij gedichten en maakte illustraties voor diverse doeleinden. Ook produceerde hij korte, vrije films in verschillende technieken.
Lees meer