Bijna twee jaar geleden voelde Marjoleine de Vos een bobbeltje onder haar kaak. Niets aan de hand, stelde de dokter haar gerust, dat is meestal goedaardig. Maar het knobbeltje bleef groeien en er bleek wel degelijk iets niet in orde.
Hoe te leven als je geconfronteerd wordt met je eigen sterfelijkheid? Marjoleine de Vos zoekt in Zo hevig in leven houvast in herinneringen en bij door haar bewonderde schrijvers, en probeert woorden te vinden voor het vreemde tussengebied waarin angst, ongeloof en optimisme elkaar verdringen. Alles wat haar innig dierbaar is krijgt een andere lading - of dat nu haar geliefde oorbellen zijn of haar geliefde. En terwijl De Vos de lezer laat meekijken uit het raam van haar huis, naar de bessenstruik die uitloopt, naar de groenlingen die luid van zich laten horen, laat ze ons zien wat het betekent om zo hevig in leven te zijn.