Tijdens de Eerste Wereldoorlog strijdt het Italiaanse leger in een reeks veldslagen tegen Oostenrijk-Hongarije. Hoog in de Alpen ontstaat al
snel een loopgravenoorlog. In de sneeuw en ijle lucht vechten duizenden jonge mannen voor hun leven. Er volgt een wanhopige oproep aan
de bevolking om de manschappen te helpen. Honderden vrouwen uit de onderliggende dorpen komen in actie. Ze zijn van alle leeftijden en
met gevaar voor eigen leven torsen ze manden vol voedsel en munitie omhoog de bergen in naar het front. Ze worden Le Portatrici genoemd, de Draagsters, en uiteindelijk zijn zij het die de lichamen van de jonge mannen weer de berg af zullen dragen.
In Bloemen van steen volgt Ilaria Tuti de lotgevallen van vijf bijzondere vrouwen door de ogen van Agata, een jonge vrouw die tegelijkertijd moet zorgen voor haar stervende vader. Agata’s verhaal, en dat van Caterina, Viola, Lucia en Maria, geeft deze vrouwen hun rechtmatige plaats in de geschiedenis terug.