In 1980 organiseerde dichter Gwy Mandelinck in Watou, bucolisch verscholen in de plooien van het West-Vlaamse heuvelland, voor het eerst een zomers evenement rond poëzie en beeldende kunst waarbij het dorp een ware metamorfose onderging. Het festijn keerde jaarlijks terug en groeide onder de naam Poëziezomers uit tot een van de belangrijkste literair-culturele evenementen in de Lage Landen. Aan de hand van zijn dagboeknotities roept Mandelinck, die met zijn echtgenote Agnes tot 2008 de artistieke leiding in handen had, de sfeer op van de coulissen en de ontmoetingen met talrijke kunstenaars en dichters: dat was Watou.
Dit boek gaat over de Poëziezomers die Gwy Mandelinck tussen 1980 en 2008 organiseerde in Watou. Een artistiek initiatief dat het dorp veranderde in een toverwereld, verbeeld en ook bezocht door honderden (internationale) dichters als René Char, Hugo Claus, Herman de Coninck, Elisabeth Eybers, Stefan Hertmans, Gerrit Komrij en Rutger Kopland en beeldend kunstenaars als Marina Abramović, Jan Fabre, Annette Messager, Aernout Mik, Panamarenko, Roger Raveel en Luc Tuymans.
Hoofdmoot vormen de dagboeknotities van Gwy Mandelinck. Bijdragen zijn er van de hand van Paul Demets, Luuk Gruwez, Jooris van Hulle, Anton Korteweg, Piet Piryns en Koen Van Synghel.
Samenstelling en redactie: Ed van Eeden.
