Dublinezen is weliswaar het eerste werk van Joyce,
maar allerminst eenvoudig. Het wordt altijd
een verhalenbundel genoemd, maar is in feite
een suite van epifanische inkijkjes in de verlamde
ziel van de Dublinees in het begin van
de twintigste eeuw. Het werk is nauw verbonden
met de romans van Joyce, met name met Ulixes,
dat ooit zelfs begon als verhaal voor Dublinezen.
De verhalen zijn geschreven in wat Joyce zelf
een stijl van ‘scrupulous meanness’ noemde:
nauwgezette karigheid en nietsontziende narigheid.
Hij schreef er een slordige tien jaar aan,
en het is de kiem waaruit al zijn andere werk
is gegroeid. Inmiddels is het klassieke werk
honderd jaar oud en zijn de stilistische vernieuwingen
misschien gemeengoed geworden in de wereldliteratuur, maar zoals
Joyce het kon, kan niemand anders het.