In oude albums van de Vlaamse strip Jommeke bedienen booswichten zich steeds opnieuw van een aantal truken om hun snode plannen tot een goed einde te brengen. De vermomming is er een van, het valselijk om hulp roepen om zo de jonge held in de val te lokken, een andere. Eigenlijk konden we het als kind al weten: wie om hulp roept, is zelden te vertrouwen.
In de gedichtenreeks `hulp spreekt een stem waarvan onduidelijk is of haar kinderlijkheid echt is dan wel voorgewend. Even onduidelijk is of ze hulp wil bieden of dat ze zelf in de hoogste nood verkeert. Ze weet het waarschijnlijk ook niet. In elk geval moeten we van haar hulpvaardigheid weinig goeds verwachten. Haar uitspraken klinken, bedoeld of uit onvermogen, altijd gewelddadig. Maar het geweld dat ze oproept is vaak lachwekkend, terwijl de ironie bedreigend is of zelfs levensgevaarlijk. Hulp is het verslag van een impasse.