Eind jaren tachtig, wetenschappelijk onderzoek maakt grote ontwikkelingen door. Katherine Carlyle ontstaat via ivf. Na een bevriezing van negen jaar komt ze via natuurlijke geboorte ter wereld. Ze groeit op in een liefdevol gezin, maar toch lijkt een herinnering aan haar ontstaan haar te achtervolgen.
Op negentienjarige leeftijd voelt Katherine zich hopeloos verlaten. Haar moeder is aan kanker overleden en de band met haar hardwerkende vader is afstandelijk. Een paar dagen voor de start van haar studententijd aan Oxford neemt Katherine een resoluut besluit. Ze wist haar computer, gooit haar
telefoon in het water en verdwijnt spoorloos.
Wat begint als een ondoordachte, gevaarlijke reis, begint steeds meer te lijken op een ontdekkingstocht
om uit te vinden hoe groot haar vaders liefde voor haar is. Het is haar kans af te rekenen met het koele gevoel dat Katherine al een leven lang achtervolgt.
Katherine Carlyle is een emotionele roman over onvoorwaardelijke liefde tussen ouders en kinderen en
over uitvinden wie je bent en wat je wil.