In Wie schiet daar toch? geeft Slingerland de oorlog in voormalig Joegoslavië een gezicht. Ze laat zien hoe degenen die het kleinste aandeel hebben in het uitbreken van conflicten er vaak de grootste slachtoffers van worden.
Tot verbijstering van de wereld vatten begin jaren negentig alle deelrepublieken van voormalig Joegoslavië in meer of mindere mate vlam. De achttienjarige Tanja Vuckovic woont in Sarajevo, Bosnië, waar in 1992 de oorlog uitbreekt. Ze stelt zich beschikbaar als soldaat en maakt de verschrikkingen van dichtbij mee: de belegering van de stad, de voortdurende beschietingen van woonwijken; rondvliegende granaatscherven; de vele doden en gewonden; maar ook het uiteenrijten van multi-etnische families als die van haarzelf. Haar vader is Bosnisch en vecht in het Bosnische regeringsleger; haar moeder is Kroate en zit met haar jongste zusje gevangen aan de andere, door Serviërs bezette, kant van de gevechtslinie. Terwijl het geweld in de regio escaleert en de inwoners van voormalig Joegoslavië zich steeds meer in de steek gelaten voelen door de internationale gemeenschap, proberen ze de moed erin te houden.
Mone Slingerland versloeg voor kranten en weekbladen tien jaar lang de oorlogen en conflicten in voormalig Joegoslavië. Ze ontmoette vele opmerkelijke mensen uit verschillende etnische bevolkingsgroepen, raakte met ze bevriend en zag ze veranderen: geduchte vechtjassen in apathische fatalisten; vrolijke jongens in wanhopige alcoholisten; verlegen meisjes in uitgesproken cynici.