De moord op aartshertog Franz Ferdinand wordt wel gezien als de aanzet tot de Eerste Wereldoorlog. Op 28 juni 1914 werden hij en zijn vrouw Sophie doodgeschoten, waarna de Europese grootmachten in een catastrofale oorlog belandden. Bekend is dat de moordenaar, scholier Gavrilo Princip, hulp kreeg van schimmige legerofficieren
die verenigd waren in de Zwarte Hand, maar daar eindigt het verhaal meestal. De schutter van Sarajevo lijkt zo
een voet noot in de wereldgeschiedenis, maar wat was zijn sociale, culturele en intellectuele achtergrond waardoor hij tot deze terreurdaad kwam? Wat bewoog hem? En wat beoogde hij?
Guido van Hengel volgt de persoonlijke ontwikkeling van Princip: een arme boerenzoon uit de Bosnische bergen die met grote verwachtingen naar de stad trok, daar radicaliseerde en uiteindelijk verstrikt raakte in een voor hem nieuwe wereld. De frustratie van Princip is nu, een eeuw later, nog angstaanjagend actueel.