In heel Europa verandert rond 1800 de omgang met geschiedenis. Geschiedenis wordt bij wijze van spreken gedemocratiseerd. Ze is niet meer iets van de adel en enkele geleerden, maar ze is van iedereen. Dat betekent dat veel meer mensen kennis maken met geschiedenis. Dat komt omdat ook de kunsten zich de geschiedenis toe-eigenen: de muziek, de schilderkunst, de literatuur, de architectuur. Bovendien dringt ze door in het openbare leven en de openbare ruimte, door de oprichting van musea en monumenten en doordat het een vak op scholen en universiteiten wordt. Historie wordt een soort verslaving, een hang naar steeds meer geschiedenis.
In vier colleges van een uur behandelt Marita Mathijsen de obsessie met het verleden in de 19e eeuw. In haar persoonlijke en meeslepende stijl komt ze met provocerende inzichten die aansporen tot nadenken over wat geschiedenis eigenlijk betekent. Met haar eruditie en vertelpassie is zij de ideale gids voor de 19de eeuw.
Bij het hoorcollege wordt een synopsis als pdf-bestand meegeleverd.
Dit college is tot stand gekomen i.s.m. de Rode Hoed.
Inhoud
College 1. De geschiedenis van de geschiedenis
H1. Is geschiedenis een kwestie van nature of nurture?
H2. Geschiedenis: een vak van weinigen voor weinigen
H3. Verandering in de geschiedbeleving rond 1800
College 2. Schrijven over geschiedenis
H4. Vertellen of reconstrueren: verschillen in geschiedschrijving
H5. Geschiedenis wordt een vak in het onderwijs
H6. Nieuwe boeken over geschiedenis en de vorming van een heldencanon
College 3. De kunsten eigenen zich geschiedenis toe
H7. Historische romans, toneel en dichtverhalen
H8. Het verleden verbeeld door schilderijen
H9. Vrije toegang tot het nationale museum
College 4. Geschiedenis in de openbare ruimte
H10. De zichtbaarheid van geschiedenis in de openbare ruimte
H11. Het behoud van historisch erfgoed
H12. Standbeelden, gedenktekenen en nationale feesten: erkenning van geschiedenis