Zoe McCann is een vrouw met het hart op de tong. Ze zet zich in voor elke goede zaak en iedere underdog die ze tegenkomt, maar vergeet nog weleens dat ze het misschien ook mis kan hebben. Net zoals ze nogal eens vergeet dat haar tienerzoon Brett, die ze het liefst tegen de boze buitenwereld beschermt - en met name tegen haar ex - toch echt al bijna volwassen is.
Phillip Barry is arts, vader van een stevig puberende dochter Molly en moe, doodmoe. Hij werkt tachtig uur per week, Molly zorgt voor grote problemen en zijn ex zeurt hem constant aan zijn hoofd. Als hij in het ziekenhuis wordt overvallen door een vrouw met rode blosjes en wapperende haren die hem allerlei beschuldigingen voor de voeten werpt, weet hij niet hoe hij moet reageren.
Zoe, zo heet ze, geeft hem de wind van voren, maar vreemd genoeg voelt het aan als een frisse lentewind. Lang nadat ze is verdwenen, moet hij nog steeds aan haar denken, dus besluit hij haar op te zoeken. Een besluit dat langzaam maar zeker alles verandert in zijn leven. En in dat van Zoe.