Vrolijk? Opgewekt? Nee, de poëzie van Sasja Janssen in Happy, hoe licht van toon soms ook, laat zich alleen typeren in termen van eenzame woede en diepe melancholie. Zoals in haar ballade van een alfahulp: ‘Weer dat gelamenteer om hun moeder die het bed / met anderen houdt, de zusjes getrouwd met vreemdelingen / ik schuil in de hal met de stofzuiger.’ En ook een kalfje dient in deze bundel als dierbaar gezelschap (‘bij de mensen / kun je niet meer terecht’). Toch is Janssen er de dichter niet naar om bij de pakken neer te zitten. Happy tegen wil en dank.
Honderd gedichten
Gerrit Kouwenaar
bookEen dwaas verliefd
Junichiro Tanizaki
bookHandleiding voor Ontheemden
Robin Block
bookDe blanke gave
Ellen Deckwitz
bookHet innerlijk behang
Hans Lodeizen
bookEen lent van vaerzen
Louis Couperus
bookGodface
Asha Karami
bookGrensgeval
J. Bernlef
bookChocoladetranen
Antoine de Kom
bookHet Liegend Konijn (jg. 21 nr. 1): Tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie
Jozef Deleu
bookZelfportret van de kunstenaar als jonge man
James Joyce
bookLaat alle bloesems in lachen uitbarsten : De mooiste haiku's
Matsuo Basho
book