Vrolijk? Opgewekt? Nee, de poëzie van Sasja Janssen in Happy, hoe licht van toon soms ook, laat zich alleen typeren in termen van eenzame woede en diepe melancholie. Zoals in haar ballade van een alfahulp: ‘Weer dat gelamenteer om hun moeder die het bed / met anderen houdt, de zusjes getrouwd met vreemdelingen / ik schuil in de hal met de stofzuiger.’ En ook een kalfje dient in deze bundel als dierbaar gezelschap (‘bij de mensen / kun je niet meer terecht’). Toch is Janssen er de dichter niet naar om bij de pakken neer te zitten. Happy tegen wil en dank.
Honderd gedichten
Gerrit Kouwenaar
bookHandleiding voor Ontheemden
Robin Block
bookDe blanke gave
Ellen Deckwitz
bookEen lent van vaerzen
Louis Couperus
bookHet innerlijk behang
Hans Lodeizen
bookEen klein heldendicht
Herman Gorter
bookGrensgeval
J. Bernlef
bookZe hapte van een tomaat
Anne Budgen
bookThe Best of the Best American Poetry : 1988-1997
David Lehman, Harold Bloom
bookLaat alle bloesems in lachen uitbarsten : De mooiste haiku's
Matsuo Basho
bookVocation
David Boventer
bookHet Liegend Konijn (jg. 21 nr. 1): Tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie
Jozef Deleu
book